Telkens als ik een gele deur zie, zie ik die man weer hangen!

Het was een koude avond in 2013. Ik had samen met mijn maatje nachtdienst in Eindhoven. De gehele nacht verliep tamelijk rustig. Een rustige doordeweekse nachtdienst. Het was al een gehele tijd stil over de portofoon, tot op een moment dat ons roepnummer geroepen werd. De meldkamer verspreidde het volgende bericht:” Vanuit een appartement werden wij in paniek opgebeld. De meldster zou net ruzie hebben gehad met haar man en haar man zou geroepen hebben dat hij een eind ging maken aan zijn leven. Ze is naar haar man op zoek, maar kan hem niet meer vinden. Ze vermoed dat hij het schuurtje in gegaan is.”. Ik zei tegen mijn maatje:” Dan moeten we snel zijn, want misschien kunnen we hem nog tegen houden!”. Ik riep tegen de meldkamer:” Wij gaan met spoed ter plaaste!”. Ik hoorde de motor van onze auto accelereren. Ik zette de optische en geluidssignalen aan. We reden zo snel we konden naar de woning van de melder. Terwijl we onderweg waren hoorde ik dat de meldkamer steeds meer informatie gaf. Hij vertelde dat er een ruzie zich had voorgedaan waarbij overmatig alcohol gebruikt was. Het vermoeden was dat de man richting het schuurtje zou zijn gevlucht met een gele deur. De poort naar dit schuurtje zou open staan. De meldster durfde niet te gaan kijken, omdat ze bang was. bang voor wat ze aan zou treffen.

We kwamen aan ter hoogte van het appartement van de meldster. Ik vroeg aan de meldkamer of hij een goede beschrijving kon gegeven van de omgeving waar het schuurtje zich zou bevinden. Volgens de meldkamer was meldster erg overstuur en was er geen touw aan vast te knopen. Het enige wat erg duidelijk was, was dat het schuurtje een gele deur had en dat je middels een ijzeren poort daarbij kon komen.

Ik voelde de wanhoop in mijn lijf stromen. Ik greep mijn haren vast. Ik wist niet wat ik met deze situatie aan moest. Ik riep door de porto:” Meldkamer ben duidelijk! Mogelijk kunnen we die man nog redden!”. Ik rende door de straten op zoek naar een gele deur en een ijzeren poort. Mijn maatje zocht ook mee. Ik kreeg niet meer informatie van de meldkamer. De meldster had de verbinding verbroken.

In een helder moment bedacht ik mij dat ik om de hoek een straat kende met een ijzeren poort en een gele deur. Ik rende die richting op. Ik voelde dat mijn hart harder begon te bonzen en ik voelde mijn adrenaline door mijn lichaam gieren.  Ik bedacht bij mezelf:” Het zal toch niet dat dit de juiste plek was.”. Ik zag de ijzeren poort op een kier staan. Ik duwde de poort open en liep richting de gele deur.

Ik zag dag dat de deur op een kier stond. Ik opende de deur en zag een man in één gedoken aan de stuk touw hangen. Ik zag dat hij tussen een fiets en scooter hing.  Ik stapte de naar de man toe en voelde in zijn hals of er nog een hartslag was. Ik riep:” We hebben een hartslag! Hij voelt nog warm!”. Het touw sneden we door en trokken de man richting de straat. Wij starten de reanimatie. Ik voelde dat mijn hart nog harder begon te bonzen. Ik dacht in mij zelf:” Kom op! Kom bij! Ga niet dood!”. Ik zag dat de ambulance al snel arriveerde samen met de brandweer en zij namen de reanimatie snel over. Mijn maatje en ik zorgden ervoor dat het plaats delict (PD) werd afgezet. We moeten tenslotte nog uitsluiten of het ging over een misdrijf of zelfmoord

Opeens zag ik in mijn ooghoek dat de brandweer en de ambulance de reanimatie gestaakt hadden en een wit laken over het lichaam gelegd werd. In de tussen tijd zag ik een vrouw aan komen rennen helemaal betraand en overstuur. Ik hoorde dat ze hevig huilde. Ik realiseerde me dat dit de meldster was. Ik liep naar haar toe. Ik hoorde dat ze zachtjes vroeg:” Zijn we te laat?”. Ik legde mijn hand op haar schouder en zei:” Ja, we waren te laat. Hij is overleden.”. De vrouw greep me vast en barste in tranen uit. Dit ging mij door merg en been. Ik voelde mijn tranen branden, maar slikte ze weg. Ik legde haar uit wat de verdere stappen zijn die we moesten maken, om een misdrijf definitief uit te sluiten. Ik zag dat andere collega’s inmiddels ook gearriveerd waren en namen de vrouw mee naar haar woning. De forensische opsporingsdienst kwam snel ter plaatse en voerde het PD onderzoek uit. Al snel kwam naar voren dat het om een zelfmoord ging en geen misdrijf. Ik gaf dit via mijn portofoon door aan de collega’s die bij de vrouw in woning waren. 
Ik sprak met de ambulancebroeder en hij vertelde mij dat ik gedaan had wat ik kon. Het slachtoffer was al overleden toen wij het schuurtje inliepen. De hartslag en de warmte die ik voelde was hoogst waarschijnlijk mijn eigen hartslag geweest, maar door de adrenaline en schrik dacht ik dat het de hartslag was van het slachtoffer.   Doordat het een heel heftige melding was werden mijn maatje en ik afgelost, zodat wij alles op papier konden zetten.

Onderweg naar het bureau was het doodstil in de auto. Ik staarde wat vooruit, maar was er niet bij. Het voelde alsof ik een blackout had. Alsof ik gevlucht was naar een ruimte in mijn hoofd waar ik niets voelde en even niets dacht. Dit gaf me eventjes rust. Zo kon ik op adem komen.  Een tijdje later kwamen de andere collega’s ook  binnen en vertelden dat de uitvaartdienst het stoffelijk overschot opgehaald hadden en dat de PD opgeheven was. We typten de laatste dingen nog weg en werden snel overgenomen door de vroege dienst. Ik hing mijn uniform in de kast, trok mijn eigen kleding aan en liep richting mijn auto. Ik merkte dat ik nog steeds wat afwezig was, maar kon dit niet omzetten. Ik reed naar huis en zette kei hard de muziek aan. Ik voelde mijn tranen branden en kon ze niet meer tegenhouden. De tranen stroomden over mijn wangen. Ik was de controle volledig kwijt. Met wazig zicht en zonnebril op reed ik naar huis. Ik moest mijn paard  nog verzorgen en reed dus naar Roxx. Eenmaal in de wei hoorde ik Roxx hinniken. Ik ben de wei in gelopen en naar haar toe gewandeld. Roxx liep me tegemoet en bleef voor me staan. Ik pakte haar hals met beide armen vast en huilde uitbundig.  Ik voelde dat Roxx haar hoofd om mijn lijf heen klemde net alsof ze me wilde troosten. Dit voelde heel fijn. Nadat ik wat gekalmeerd was gaf ik ze wat te eten en reed vervolgens naar huis. Eenmaal thuis ben ik naar bed gegaan en als een blok in slaap gevallen.

De dag erna had ik gewoon weer een nachtdienst en heb deze ook gewoon gedraaid, echter merkte ik dat als ik een gele deur zag ik het spaans benauwd kreeg. Ik schrok. Ik zag de man van de nacht ervoor weer hangen in het schuurtje. Ik wilde deze beelden niet meer zien. Ik vermeed vanaf dat moment zoveel mogelijk het plaats delict en plekken waarvan ik weet dat ze een gele deur hebben. Zo hield ik voor mij de herbelevingen in toom en was het onder controle!

10 gedachten over “Telkens als ik een gele deur zie, zie ik die man weer hangen!

  1. Wauw wat een triest verhaal. Wat knap en wat fijn dat er mensen zijn zoals jij die dit werk iutvoeren. Heel veel respect. Het moet verschirkkelijk zijn dit soort situatie te moeten verdragen, en daarna weer door te gaan. Nogmaals, heel veel respect, en dank voor het feit dat je dit werk uitvoert.

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.